De economie-module van Farmdesk kreeg onlangs een sterke uitbreiding, waarbij een hele reeks van prestatie indicatoren werd ontwikkeld en gevisualiseerd. Meer info over deze prestatie indicatoren kan je in dit artikel terugvinden.
Na een statistische analyse van de verschillende indicatoren van de Farmdesk bedrijven over de voorbije maanden (april tot en met juli) heen, kwamen we tot tal van boeiende inzichten. In een meerdelige reeks van artikels delen we graag deze inzichten met u.
In dit eerste artikel focussen we op de melkproductie en de bijhorende efficiëntie (op vlak van voer en eiwit).
In de vergelijking van bedrijven zetten we de prestatie indicatoren uit tegenover de voerwinst bij gelijke melkprijs per koe, gemeten bij een melkprijs van 32,11 euro per 100 kg meetmelk. Voor een Vlaamse veehouder komt dit neer op een melkprijs van € 33,27 per 100 liter (bij 42 g/L vet en 34 g/L eiwit). Bij een Nederlands bedrijf is dit een melkprijs van € 35 per 100 kg melk (bij 4,42% vet en 3,57% eiwit).
Door een gelijke melkprijs te veronderstellen, wordt het effect van verschillende melkprijzen onder zuivel ophalers weggewerkt en ligt de focus op de technisch-economische prestaties van de bedrijven.
Uit onze analyse van gegevens van de voorbije maanden werd duidelijk dat de dierdagproductie (kg meetmelk per dier per dag) een erg grote rol speelt in het behalen van een hoge voerwinst per koe bij gelijke melkprijs. Dit is ook duidelijk zichtbaar in onderstaande figuur.
Op onderstaande figuur worden de groepen FD-onder (25% veehouders met laagste voerwinsten) , FD-mid (25-75%) en FD-top (75-100%) weergeven, alsook de gemiddelden van elke groep (de zwarte kruisjes). De distributiewolk geeft meer inzicht in de trend van de metingen.
Gemiddeld gezien hangen hoge voerwinsten hier dus duidelijk samen met een hoge melkproductie.
Productiviteit voorop zetten is dus de boodschap die hier kan worden meegegeven.
Verder blijkt focus op voer efficiëntie (de meetmelkproductie per kg DS voeropname) en eiwit efficiëntie (geproduceerde grammen melkeiwit per gram opgenomen voereiwit) erg goed te lonen. Onderstaande figuren tonen een positief verband tussen de efficiëntie parameters en voerwinsten per koe.
Het is dus de uitdaging om via uitbalancering van het rantsoen de koeien aan te zetten tot maximalisatie van de melkproductie.
Gewichtstoename en/of gewichtsafname van de dieren zijn hierbij telkens te vermijden omdat dit gepaard gaat met verliezen in efficiëntie. Als dieren de energie uit het voer gebruiken om lichaamsgroei te realiseren, is deze energie niet meer beschikbaar voor de melkproductie. Hierdoor zal de voerefficiëntie dalen, met als gevolg dat hierdoor een lagere voerwinst behaald zal worden.
In het geval van gewichtsafname zullen de dieren minder efficiënt met het eiwit omgaan. Aangezien in dit geval lichaamsreserves (in de vorm van spiereiwit) worden aangesproken voor de melkproductie in plaats van rechtstreeks uit het voereiwit.
Daarnaast is het ook belangrijk om het eiwitgehalte in het rantsoen te optimaliseren om te werken op voldoende melkproductie zonder te veel verliezen. (Te) veel eiwit voederen zal leiden tot een hoge melkproductie maar een ook tot lagere eiwit efficiëntie. Deze lagere efficiëntie zal dan op zijn beurt aanleiding geven tot een lagere voerwinst bij gelijke melkprijs (zoals duidelijk is uit bovenstaande figuur). De boodschap is dus om zo zuinig mogelijk om te springen met eiwit, maar ook niet te weinig eiwit te voeren.
In het volgende artikel in deze reeks leggen we de focus op de bedrijfseconomische consequenties van de keuze van voedermiddelen.